Bent u in het noorden van Frankrijk op vakantie en bent u ook geïnteresseerd in de geallieerde invasie tijdens de tweede wereldoorlog in Normandië op 6 juni 1944? Dan moet u zeker eens Pointe Du Hoc, in Saint-Pierre-du-Mont, bezoeken waar u met eigen ogen kan zien wat voor verdedigingswerken de Duitsers tijdens de tweede wereldoorlog hadden gecreëerd, om een eventuele geallieerde invasie te stoppen.
Tijdens de landing in Normandië, was Pointe du Hoc een doelwit van de geallieerden, om de bedreigde stranden vrij te krijgen van het dreigende geschut van de 6 155 mm scheepskanonnen. Deze moeilijke en zware missie werd toevertrouwd aan de US 2nd Ranger bataljon, onder leiding van luitenant-kolonel James Earl Rudder. 225 man zouden landen op het strand en moesten de kanonnen vernietigen.
De verdedigingswerken van de Duitsers bestond uit 6 geschutsopstellingen waar zich de buitgemaakt Franse GPF 155mm K 418(f) kanonnen normaal zouden staan. De kanonnen konden op deze plekken een gebied van 360 graden bestrijken, maar omdat de kanonnen gewoon in de open lucht stonden, waren ze natuurlijk zeer kwetsbaar tegen luchtaanvallen.
In de lente van 1944 werd daarom besloten om R 694 kazematten te bouwen om de kanonnen hierin te plaatsen, waardoor ze beter beschermd zouden zijn tegen luchtaanvallen. Van de 6 zijn er slechts 2 gedeeltelijk afgebouwd,
Een zeer indrukwekkende bunker op Pointe Du Hoc is natuurlijk de R 636 vuurgeleidingsbunker. Deze is sinds 2011 weer open voor het publiek, dus zeker de moeite waard om te bezichtigen. Vanuit deze bunker werd de artillerie geïnformeerd over naderende doelen en werden de coördinaten van deze doelen door de telemetrie post op de bovenste verdieping van deze bunker berekend.
De dagen voordat de landing op Pointe du Hoc plaatsvond, werd het zwaar gebombardeerd (de inslagkraters zijn nog duidelijk zichtbaar). Door deze bombardementen hadden de Duitsers de 155 mm kanonnen meer landinwaarts geplaatst, hetgeen de Rangers niet wisten. Om 7 uur in de morgen bereikten de Rangers de voet van de 30 meter hoge kliffen, die door de Duitsers vanuit bunkers werden verdedigd.
Met behulp van touwladders en met mortieren omhoog geschoten enterhaken met touwen, slaagden de mannen erin tegen de kliffen op te klimmen, de Duitsers uit te schakelen en een strategische positie in te nemen. Men ontdekte echter dat de kanonnen uit de bunkers weggehaald waren. De Rangers verzamelden zich boven en enkele gingen op zoek naar de artillerie. Deze werd al vlug gevonden en vernietigd.
De lastigste periode kwam na de aanval op de klif. De groep bleef twee dagen geïsoleerd en moest verschillende Duitse tegenaanvallen afslaan om de positie onder controle te houden. In de morgen van 7 juni bedroeg het aantal inzetbare manschappen 90 tot 100 man, waarvan velen lichtgewond waren. Opgesloten tussen de bunkerresten hadden ze geen voedsel meer en zaten ze krap in hun munitie. Later die dag arriveerden uiteindelijk enkele versterkingen en konden de Duitsers definitief worden teruggedrongen.
Een van de twee L 409a luchtdoelgeschut bunkers, werd na de landing gebruikt door luitenant-kolonel James Earl Rudder, als tijdelijk hoofdkwartier.
Ter nagedachtenis aan deze aanval, werd op de R 636 vuurgeleidingsbunker een monument opgericht, het Pointe du Hoc Federal Monument. Dit heeft een naaldvorm en onderaan de naald zijn twee gedenkplaten aangebracht.
Op 1 van die denkplaten staat het volgende, “To the heroic Ranger commandoes D2RN E2RN F2RN of the 116th Inf., who under the command of Colonel James E. Rudder, of the First American Division attacked and took possesion of the Pointe du Hoc”
Voor meer foto’s bezoek Photos & Videos