Vlak buiten Ardouval in Frankrijk, ligt de Duitse V1 site Val Ygot, welke was gebouwd in 1943. Deze lanceerplaats voor de V1 was bedoeld voor beschietingen op Groot-Brittannië en was gericht op Londen, maar is nooit gebruikt omdat hij voortijdig gebombardeerd werd en nooit gebruikt is. Tijdens ons bezoek, regende het pijpenstelen, dus op de foto’s zitten af en toe wat druppels, zoals u hieronder kunt zien.
Het is een redelijk groot terrein wat gratis is voor het publiek en ook het parkeren is gratis, al zijn er niet veel parkeerplekken. Het is meestal echter zeer rustig, omdat deze plek redelijk afgelegen ligt. Op het terrein staan redelijk wat oude gebouwen in vergaande staat van instorting, al zijn er ook wat gebouwen die er nog redelijk goed uitzien, na al die jaren. Hieronder een gebouw wat duidelijk op instorten staat, en al gedeeltelijk is ingestort. Niet duidelijk of dit door de geallieerde bombardementen is gebeurd of niet.
Vlakbij de lanceerplek van de V1 is er een lanceerbunker, die in nog zeer goede staat verkeert, al stond er deze dag wel wat water in de bunker.
In de foto hieronder ziet u de lanceerplek van de V1, wat eigenlijk een soort katapultinstallatie is. Met een generator werd druk opgebouwd, waarna het toestel door middel van perslucht over een 46 meter lange, hellende rail onder een hoek van 6° de lucht in werd geschoten. Meteen na de start ontstak een bougie de straalmotor.
De V1 werd ontworpen door Robert Lüsser van de Duitse vliegtuigfabriek Fieseler en Fritz Gosslau van de Argus-motorenfabriek. De V1 had vliegtuigvleugels en staartvlakken. Hij werd voortgestuwd door een Argus AS-014 pulserende straalmotor, een variant van de reeds in 1932 door Paul Schmidt ontworpen straalmotor. Hij kon een stuwkracht produceren van 290 kN en gebruikte een normale auto-bougie als ontsteking.
In technisch opzicht was de V1 eigenlijk een onbemand straalvliegtuig. Hij kon een maximumsnelheid van 656 km/h bereiken en had een bereik van 240 km (later werd dit 420 km). De lengte was 7,90 meter en de spanwijdte 5,37 meter. Een V1 woog 2150 kilogram en had een springkop van 830 kilogram. De motor van de V1 liep op gewone kerosine.
Het toestel was uitgerust met een explosieve lading in de neus en vloog door middel van een primitieve straalmotor en een simpel geleidingssysteem op eigen kracht naar zijn doel. Na een vooraf ingestelde afstand dook het vliegtuig omlaag, waarna bij inslag de springkop explodeerde.
De eerste testvluchten vonden eind 1941 en begin 1942 plaats vanaf Peenemünde. Op Kerstdag 1942 vond de eerste gemotoriseerde proefvlucht plaats vanaf een lanceerhelling, de eerste in een reeks testvluchten, nog alle zonder springlading. In juni 1944 hebben zelfs bemande testvluchten plaatsgevonden om de mogelijkheid van zelfmoordmissies te onderzoeken, maar die zijn niet in praktijk gebracht. De meeste lanceringen vonden plaats vanuit Frankrijk en West-Nederland. Later, in december 1944, plaatste men nog een aantal installaties in Oost-Nederland. Deze waren gericht op Antwerpen vanwege het Ardennenoffensief.
Voor meer foto’s bezoek Photos & Videos